Gemeenten krijgen straks wettelijk de mogelijkheid om te controleren en vast te leggen of sekswerkers vrijwillig bij een exploitant werken, of ze meerderjarig zijn en of bijvoorbeeld aan een taaleis wordt voldaan. Zo moeten prostituees beter beschermd worden tegen misstanden.
Critici, zoals de Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven, vrezen echter dat door deze beoogde wijziging van de Gemeentewet de privacy van sekswerkers flink wordt aangetast. Volgens directeur André van Dorst zitten de slachtoffers van mensenhandel ook helemaal niet in de vergunde bedrijven, maar in het illegale circuit. Ze adverteren via websites of chatdienst Telegram.
Veel gemeenten hebben al regels gesteld aan de exploitatie van seksbedrijven op hun grondgebied. Denk aan eisen op het gebied van hygiëne en van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees. Daarvoor is verwerking nodig van de persoonsgegevens van sekswerkers. Maar een privacy-uitzondering voor de controle op escortbedrijven is niet expliciet in de Gemeentewet opgenomen.
Grote gemeenten waren de afgelopen jaren meermaals de dupe door deze wettelijke lacune. Zo oordeelde de Autoriteit Persoonsgegevens in 2017 dat het verwerken van persoonsgegevens van prostituees door de gemeente Den Haag niet mocht. En in 2018 mocht Amsterdam van de bestuursrechter exploitanten er niet toe verplichten om een verslag over te dragen van een intakegesprek met een sekswerker.
Steekproefsgewijs checken
Dat moet in de nabije toekomst veranderen (de inzet is zo snel mogelijk, aldus een overheidswoordvoerder), al wordt uit het voorstel nog niet duidelijk wanneer precies. De toezichthouder (de gemeente) kan dan controleren of de exploitant zich er regelmatig van heeft vergewist dat de sekswerker niet wordt gedwongen. Verder moet het mogelijk worden de bedrijfsadministratie – zoals verslagen van intakegesprekken – te controleren of steekproefsgewijs te checken dat de geregistreerde leeftijd daadwerkelijk klopt.
Daarnaast is de zogenoemde ‘taaleis’ een veelvoorkomende eis die gemeenten stellen. Hierbij geldt dat de exploitant en de sekswerker elkaar moeten kunnen verstaan. Als uit de administratie bijvoorbeeld blijkt dat de sekswerker Engels spreekt, kan de gemeente dat gegeven controleren. Tot slot: mocht er iets niet deugen, dan moet de toezichthouder dat zwart-op-wit kunnen aantonen en de exploitant zich kunnen verdedigen. Ook daarvoor is verwerking van persoonsgegevens cruciaal.
In het voorstel is expliciet opgenomen dat er ‘passende en specifieke maatregelen’ worden getroffen ter bescherming van de grondrechten en de fundamentele belangen van de sekswerker. Ook worden de betreffende gegevens straks niet langer bewaard dan noodzakelijk en worden ze uiterlijk vijf jaar later vernietigd.
Extra mogelijkheden
Ina Hut, directeur-bestuurder van Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha), is blij dat er extra controlemogelijkheden komen. “Helaas is er nog steeds sprake van gedwongen prostitutie, soms ook door minderjarigen. Deze wijziging kan ook sekswerkers beschermen die wél vrijwillig werken.’’ Ze benadrukt dat zij ook in de nieuwe situatie recht hebben op privacybescherming, onder meer doordat gegevens niet te lang worden bewaard.
Van Dorst (Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven) vindt het ‘helemaal niet goed dat gemeenten registreren wie er de hoer speelt’. “U hoeft toch ook niet aan uw gemeente te melden dat u journalist bent?” Hij noemt de wijziging ‘een nutteloze oplossing, in het nadeel van prostituees die een belangrijk stuk privacy kwijtraken’. “Louter omdat gemeenten zo kunnen aantonen dat zij hun administratie op orde hebben.’’
Bron: Parool.nl